Blog 5-3

6 maart 2019 - Mzuzu, Malawi

Blog 5-3: 
Vandaag verliep iets anders dan we vooraf bedacht hadden.. 
Vanmorgen waren mijn buikpijn en de diarree redelijk verdwenen. Ik was helemaal blij en had ook meteen wat meer energie. Ik kon ook weer genieten van mijn ontbijt. Helaas had Emmaly intussen dezelfde klachten als die ik voorgaande dagen had. Na het ontbijt zijn we met een taxi terug gegaan naar Mzuzu. Hier hebben we eerst geld gepind, want we waren echt platzak na 3 dagen en nachten verblijven in een lodge. Ook ben ik water en crackers gaan inslaan voor ons beiden, omdat het me geen goed idee leek nu al lokale maaltijden te gaan nuttigen.  
Ik zou natuurlijk vandaag naar St. John’s gaan om me te laten testen op Malaria. Omdat ik me stukken beter voelde, vond ik het niet meer echt nodig dit te laten doen. Maar Emmaly was intussen natuurlijk ook ziek en wilde getest worden, dus kon ik me net zo goed ook gelijk laten testen.  
We hebben een taxi genomen naar St. Johns, hier hebben we afscheid genomen van Jolande, die weer terug ging naar Mzambasi. In het ziekenhuis aangekomen liepen we meteen de matron tegen het lijf. Hij sprak zijn zorgen uit over onze gezondheid en wilde dat we beiden bij een dokter langs gingen. Dus we moesten in de wachtruimte gaan zitten waar onze temp en bloeddruk opgenomen werden. Wij hebben natuurlijk geen medisch paspoort, dus ik moest een notitieboekje uit mijn zak toveren, waarin de resultaten geschreven konden worden. Na een tijdje wachten konden we terecht bij de dokter, hij herkende ons van de meetingen en het consult ging voornamelijk over Nederlandse voetballers en voetbalclubs. Waar ik trouwens echt vrijwel niks vanaf weet, gelukkig weet Emmaly hier iets meer vanaf. Affijn, we kregen eerst een Malariatest, deze was bij beiden negatief. Vervolgens moesten we vertellen wat er aan de hand was. Emmaly was eerst aan de beurt en kreeg al vrij snel te horen dat ze een voedselvergiftiging had en moest blijven. Ze zou een liter ‘fluid’ (vloeistof/water voor infusie) en antibiotica krijgen. Toen was ik aan de beurt. Ik heb geprobeerd om te benadrukken dat ik me sinds vanmorgen een stuk beter voelde, gegeten en gedronken had en geen diarree meer had. Dit hielp allemaal niets, voordat ik het wist kreeg ik dezelfde diagnose en hetzelfde recept als Emmaly door m’n maag gesplitst. Ik zag de behandeling alles behalve zitten, maar het ging zo snel en onverwachts, dat ik het maar over me heen liet komen. We werden meegenomen voor het plaatsen van een ‘canula’ (venflon). Toen ik zag hoe dit bij Emmaly gedaan werd (op de hand, de naald erin en weer eruit schuiven), was het me vrij snel duidelijk dat ik (met mijn naaldenangst dit niet wilde. Toen ik dit aangaf werd er heel verbaasd en ook wel lacherig gereageerd. Het is hier niet gebruikelijk om een arts tegen te spreken en om zelf te kunnen bepalen welke behandeling je wel of niet wilt. Uiteindelijk werden Emmaly (met infuus) en ik (zonder infuus) naar een kamer gebracht in het luxe gedeelte van het ziekenhuis. Hier heb ik een poging gedaan om Jolande te bellen, maar zij nam niet op. Omdat Emmaly en ik beiden graag iemand wilden spreken die we kenden, had ik het plan opgevat om naar de female afdeling te lopen om te kijken of er studenten aanwezig waren. Ik was nog maar net op de gang, toen ik de arts tegen het lijf liep. Hij vroeg wat ik ging doen en waarom ik geen infuus had. Ik heb een poging gedaan uit te leggen dat ik me echt beter voelde en dat ik het prima vond om orale AB in te nemen. Hier ging de arts niet mee akkoord en hij stuurde me terug naar de kamer met de mededeling dat er een nurse zou komen om mij een infuus te geven. Ik ben terug naar de kamer gegaan en raakte een beetje in paniek van het idee dat ik toch een infuus moest krijgen, terwijl ik dit echt niet wilde. Dus heb ik Jolande nogmaals gebeld. Zij zat in een intussen al rijdende bus naar Mzambasi. Ze heeft de chauffeur gevraagd te stoppen, heeft de mensen die naast haar zaten gevraagd de spullen die ze mee had voor de mensen in Mzambasi daar af te geven, is uit de bus gestapt en met een taxi naar het ziekenhuis gekomen. Terwijl Jolande nog onderweg was, kwamen de matron en een verpleegkundige me overhalen om toch aan het infuus te gaan, waarbij de matron me vertelde dat ze in Malawi gewend zijn behandelingen onder dwang uit te voeren als de patiënt niet meewerkt…… Ik vertelde dat Jolande (die ook hier in het ziekenhuis gewerkt heeft) onderweg was en dat ik op haar wilde wachten. Wat was ik blij dat ze onderweg was! We hebben eerst wat overlegd en de afweging gemaakt wat het beste was om te doen. Dat viel nog niet mee trouwens, want er speelden zoveel verschillende factoren mee. Onder andere dat ik me alweer beter voelde, ik weet hoe er hier omgegaan wordt met hygiëne, ik voor zover ik weet nog nooit AB gekregen heb en dus ook niet weet of ik hiervoor allergisch ben, maar ook het feit dat ik nog een aantal weken stage moet lopen in hetzelfde ziekenhuis als waar ik nu patiënt was, en ik dus geen ‘vijanden’ wilde maken. Uiteindelijk toch maar beslist dat ik toch de AB ‘wilde’, mits Jolande de ‘canula’ inbracht. Dit heeft ze gedaan en hierna kon ik ook ik aan het infuus. Dat mijn allereerste ziekenhuis ervaring als patiënt en mijn allereerst infuus, plaatsvonden in een ziekenhuis in Malawi, binnen 2 weken nadat ik hier aangekomen ben, stond niet echt op mijn bucketlist. Uiteindelijk konden we alle 3 de humor van de situatie wel inzien.. Emmaly en ik beide aan een infuus, waarbij onze zakken aan dezelfde infuuspaal hingen en dan stond er ook nog een wiegje naast het bed… Er stond trouwens maar 1 bed in de kamer. Gelukkig was er een hele lieve nurse op de afdeling en hadden we onze eigen allerliefste privé nurse Jolande! Aan het eind van de middag kregen we kip met rijst en hierna arriveerden onze moeders in het ziekenhuis. Ze waren beiden erg bezorgd en wilden weten wat de oorzaak van de voedselvergiftiging was. We hadden vooraf afgesproken dat we de oorzaak zouden leggen bij het verschil in voeding tussen wat we gewend zijn in Nederland en we nu in onze Malawiaanse gastgezinnen eten. Dit geeft ons de mogelijkheid om thuis aan te kunnen geven dat we minder willen eten dan we de afgelopen weken gedaan hebben. De afgelopen dagen hebben we best wat gepraat met elkaar over het voedsel dat we krijgen, over de hoeveelheid en dat er vooral door mijn moeder verwacht wordt dat ik mijn bord leeg eet.  Jolande legde uit dat het belangrijk is dat we niet teveel eten en vooral eten waar we zin in hebben, omdat we anders weer ziek worden. Ik hoop dat dit zijn vruchten zal afwerpen.  
De arts zou om 5 uur terug komen om ons te ontslaan, dit werd natuurlijk 1,5 uur later.. Toen hij kwam zij hij dat we naar huis mochten. Omdat hij natuurlijk wist dat ik in eerste instantie geen infuus wilde, vroeg hij me of ik gehuild had, wat ik grif beaamde. Hier werd zowel door de arts, als door de verpleegkundige van de nachtdienst (die dus van half 5 ‘s avonds tot de volgende ochtend 8 uur aanwezig is) als door onze beide ouders lachend en vol onbegrip op gereageerd. Omdat ik er al vaker tegenaan gelopen ben dat niet gewoon/geaccepteerd is om te huilen in Malawi, was ik erg blij dat Jolande een poging mijn tranen te verklaren. Ze vertelde dat het ontzettend moeilijk is om te leven in een totaal andere cultuur, alles achter te laten in Nederland en dat dit soms heel eenzaam is. Omdat ik deze eenzaamheid heel erg voel, omdat ik me thuis (nog) niet prettig voel, schoten de tranen weer in mijn ogen. Wat natuurlijk weer eenzelfde reactie opriep bij alle aanwezigen. Wat me trouwens weinig kon schelen. Penjani reageerde met: oh you’re crying again, waarop ik reageerde: yes, that’s me (met andere woorden: deal with it! We kregen nog een hoop pillen mee naar huis. Echt zo bijzonder hoe dat hier gaat. We kregen beiden een zakje mee met paracetamols en een zakje met Metronidazol (een antibioticum). Op het zakje staan plaatjes van de ochtend, middag, avond en nacht en daaronder staat (nauwelijks leesbaar), zodat je weet wanneer je de medicatie moet innemen. Je moet er maar gewoon op vertrouwen dat de naam op het zakje klopt met de inhoud. De bijwerkingen en hoe het ingenomen moet worden, wordt er eigenlijk niet echt bij verteld, tenzij je ernaar vraagt. Daarnaast kregen we ook nog twee strips ciprofloxazine (ook een antibioticum). Dit zit in de originele verpakking, dus dat vertrouw ik toch wel meer dan de losse tabletten in zakjes moet ik zeggen. Maar goed, de antibiotica neem ik netjes in.  
Eenmaal thuis gekomen was er geen stroom. Hierdoor durfde ik niet goed naar mijn kamer te gaan, want wie weet hoeveel ongewenste bezoekers daar in de afgelopen dagen een kijkje waren komen nemen. Omdat de stroom uitbleef ben ik toch maar in het donker naar mijn kamer gegaan. Het viel alles mee, geen grote beesten gespot gelukkig. Hierna begon Penjani een gesprek over de afgelopen dagen, over haar bezorgdheid (waaruit ik proefde dat ze het niet fijn vond dat ik niet vaker had laten weten hoe het met me ging) en over het feit dat ik familie van hen ben, dat familie voor elkaar zorgt en je niet eenzaam bent als je familie hebt.. Waarop ze uiteindelijk ook vroeg of het voor mij voelt alsof ik familie van hen ben. De manier waarop ze dit vroeg, gaf eigenlijk niet de ruimte ontkennend te antwoorden. Daarom maar geprobeerd om uit te leggen dat we in Nederland niet zomaar iemand waarmee we geen bloedband hebben, familie noemen en dat ik Penjani en haar kinderen nog maar net ken. Hierop werd gereageerd dat het voor hen niet uitmaakt dat ze me nog maar net kennen. De kloof tussen Penjani en mij lijkt alleen maar groter te worden, doordat zij niet kan begrijpen dat ik me eenzaam kan voelen met ‘familie’ om me heen en het mij frustreert dat ze dit niet kan begrijpen. Voor mijn gevoel zou ze meer kunnen doen om mij in elk geval beter te kunnen begrijpen. Vanmiddag tijdens de uitleg van Jolande over dit onderwerp reageerde Penjani eigenlijk niet, terwijl Emmy (de moeder van Emmaly) reageerde met: ik denk dat ik wel begrijp wat je bedoeld.  
Ook spraken we vanmiddag even Nederlands met elkaar (wat we normaal zo weinig mogelijk proberen te doen als er anderen aanwezig zijn). Ik dacht te merken aan de non-verbale houding van Penjani, dat zij dit vervelend vond. Misschien ga proberen hier morgenavond eens over te beginnen, om te kunnen vragen of ze dit inderdaad vervelend vond. Als ze hierop bevestigend antwoord (het is natuurlijk nog maar de vraag of ze dit uitspreekt), kan ik misschien aangeven dat dit voor ons ook vaak zo voelt als er Tumbuku gesproken wordt, omdat we het grootste gedeelte van de tijd geen idee hebben waar gesprekken over gaan. Hopelijk zorgt dit voor wat begrip..  
Qua praktische zaken doen ze wel echt heel erg hun best voor me! Koken, afwassen, lunch klaarmaken, alles wordt voor me gedaan. 
Er werd speciaal voor mij rijst gekookt door mijn broer, omdat ik geen Nzima kon/wilde eten. Voelde me toch wel wat bezwaard, maar de rijst met ei en tomaat was heerlijk! Er werd me gevraagd of ik er ook bruine bonen bij wilde.. Euh, nou doe maar niet..  
Hierna richting mijn bed gegaan. Het duurt echt altijd zo lang voordat ik geïnstalleerd ben in mijn bed. Kan bijna geen spullen kwijt op mijn kamer, dus moet alles uit mijn koffers vissen, maar daar staat altijd vanalles op, wat ik er eerst weer vanaf moet halen. Als ik in bed kruip, moet ik eerst mijn klamboe overal onder mijn matras stoppen en natuurlijk bedenk ik zodra ik dit gedaan heb, dat ik nog iets vergeten ben te doen of te pakken en dan kan ik weer opnieuw beginnen.  
Morgen zijn we een dagje vrij om uit te kunnen zieken. Ik moet van Penjani vooral op bed blijven liggen en uitrusten. Maar ik heb daarover toch andere ideeën, want ik moet mijn was doen. De eerste was in 2 weken tijd.. Dat wordt een hoop werk en ik heb nog steeds geen idee hoe ik het precies ga doen. 

Fijne dag allemaal! Groetjes Eline 

Foto’s

2 Reacties

  1. Rita:
    6 maart 2019
    Nou Eline ik wens je sterkte en hou je taai he. Wat een verhaal.
  2. Jan-Peter:
    6 maart 2019
    beterschap verder voor jullie beiden. suc6 met de was.